De Droom van Den Haag
‘Times they are a-changing’.
Terwijl anno 2024 de Europese veiligheid en vrede door de inval van Rusland in Oekraïne onder druk staat, waren het eind 19e eeuw juist de Russische regering en tsaar Nicolaas II die de aanzet gaven tot de Haagse Vredesconferenties. Vredesconferenties, die uiteindelijk zouden leiden tot de bouw van het Vredespaleis aan de Carnegielaan.
Over de totstandkoming van de Haagse Vredesconferenties van 1899 en 1907 verscheen voorjaar 2024 het boek ‘De Droom van Den Haag – De Haagse Vredesconferenties en het ontstaan van een nieuwe wereldorde’ van de diplomaat Benjamin Duerr. Aan de hand van een aantal hoofdfiguren beschrijft de auteur niet enkel de -ingewikkelde- totstandkoming van die conferenties, maar schetst ook een beeld van de beide conferenties zelf én het van het Haagse leven in die periode.
De Frans-Duitse oorlog had door een andere manier van oorlog voeren een ongekend aantal slachtoffers geëist en overal in Europa ontstonden vredesorganisaties. Vredesactiviste Bertha von Suttner, de auteur van de roman ‘De wapens neer’ (1889) werd het boegbeeld van die Europese vredesbewegingen. Nicolaas II overtuigde Wilhelmina ervan dat Den Haag een geschikte plaats zou zijn voor de conferentie. Hij pakte het (niet te weigeren) verzoek in als een cadeau voor de nieuwe vorstin. Dat de conferenties voornamelijk zouden gaan over de manier van oorlog voeren en niet over vrede was voor velen onverkwikkelijk. Ook de vraag welke landen een uitnodiging zouden ontvangen was lastig. Deelname van het Vaticaan werd door Italië gedwarsboomd tot ongenoegen van katholieke partij. Zuid-Afrika zou worden verwelkomd door Nederland, maar gedwarsboomd door Engeland. Uiteindelijk ontvingen 26 ‘beschaafde’ landen een uitnodiging.
De eerste Vredesconferentie van 1899 werd in mei geopend in de Oranjezaal van het door Wilhelmina beschikbaar gestelde Huis ten Bosch. Komen tot eenduidige resultaten zou een lang traject worden; zo kon bijvoorbeeld de Amerikaanse gezant melden dat het gebruik van gifgas relatief humaan was en dus toegestaan. Vrij snel werden drie commissies samengesteld: een militaire commissie, een humanitaire commissie die zou nadenken over het oorlogsrecht en tenslotte een juridische commissie die de internationale rechtspraak verder zou ontwikkelen. Behalve dat de basis werd gelegd voor verder onderling overleg, waren de uitkomsten van de eerste commissies nogal mager. Het verregaandste succes was dat van de juridische commissie: de oprichting van een Permanent Hof van Arbitrage. Het zou gehuisvest worden aan de Prinsengracht 71, anno 2024 bij menig Hagenaar nog bekend onder de naam ’De drie Stoepjes’. Later zou dit Hof, zoals bekend, verhuizen naar het Vredespaleis.
15 juni 1907 ging de Tweede Vredesconferentie van start. Niet in Huis ten Bosch, maar in de Ridderzaal. Niet met 26 landen en 108 deelnemers zoals in 1889, maar met 44 landen en 256 gedelegeerden. De openingsceremonie bleek door de akoestiek van de zaal voor de meerderheid van de aanwezigen onverstaanbaar, het onderlinge gesteggel was als 20 jaar geleden, het ging over regulering van oorlog en niet over vrede, de Duitsers waren tegen welke verplichting dan ook en de Amerikaanse delegatie geloofde nog steeds in het principe dat je kwesties via geweld oploste. Maar hoe dan ook, het samenkomen was belangrijk, landen realiseerden zich dat ze deel uitmaakten van een wereldorde. In feite legden de conferenties de basis voor de Volkenbond en de Verenigde Naties.
Vóór de conferentie van 1899 kreeg Den Haag zijn bijzondere uitstraling door aanwezige buitenlanders, het hof, diplomaten, en de aanwezige aristocratie aan het Voorhout. Maar de opening van de eerste conferentie zorgde voor een opgewonden sfeer bij alle bewoners. Vredesetalages, Vredesconferentiebier, tentoonstellingen, illuminatie: de stad gonsde. Tijdens de conferentie beseften Hagenaars dat Den Haag het ‘thuis’ van de wereld was geworden. Kunsten en wetenschappen presenteerden zich aan de wereld, Pulchri pakte groots uit. En hoewel de resultaten van de conferentie, zoals gezegd mager waren, bleef de faam van Den Haag als ‘stad van vrede’ behouden, of zoals de Amerikaanse pers het formuleerde: Den Haag was de hoofdstad van de nieuwe wereldorde.
Ook de Tweede Vredesconferentie zorgde voor een groeiend zelfbewustzijn van de stad. Nooit eerder werd de stad zo vaak in het buitenland genoemd, nooit eerder waren er zoveel bezoekers. In 1913 opende het Vredespaleis de deuren, een ‘droomkasteel waar een internationale gemeenschap kon ontstaan’. Anno 2024 is Den Haag ‘Stad voor Vrede en Recht’, met als basis de conferenties van 1899 en 1907.
De Droom van Den Haag – De Haagse Vredesconferenties en het ontstaan van een nieuwe wereldorde; Benjamin Duerr 316 pag. €24,99; uitg Atlas Contact ISBN 978 90450 48376
Piet Vernimmen
Belangstelling voor wandel- of fietstochten over kunst in Den Haag? Kijk dan ook naar Kunst in de stad, Besuyde den Houte, Kunst rond Cats, Kunst rond de 'Maria Hoeve', De Stier van Potter. Of stuur een mailtje naar